Johannes Moreau
Testamenten Johannes Moreau en Catharina van Donk 1870
Catharina van Donk trouwt in 1866 met
Johannes Moreau.
In het
eerste testament dat de drie gezusters van Donk in 1859 hebben opgesteld, staat
een aparte clausule voor het geval een van hen gaat trouwen en er een zus overlijdt.
Dit vanwege het gezamelijk bezit van onroerend goed en de verantwoordelijkheid voor een hypotheek.
Het is dus verstandig voor
Catharina om een nieuw testament op te stellen.
Omdat ze in gemeenschap van goederen zijn getrouwd (dat blijkt uit de memorie van successie)
stellen
Johannes en
Catharina beiden een nieuw testament op.
In beide testamenten staat dat ze hun eigen bezit nalaten aan de ander en dat, na het overlijden van de ander, dat wat overblijft, gaat naar hun naaste bloedverwanten.
Bij Johannes staat het volgende :
Ik benoem en stel tot mijnen eenige erfgename in al hetgeen ik voor mijn overlijden zal nalaten,
niets daarvan uitgezonderd, mijne huisvrouw Catharina van Donk, onder bepaling dat al wat van mijne nalatenschap,
na het overlijden van gezegden mijne huisvrouw, zal overig zijn, zal geerfd en genoten worden door mijne naaste bloedverwanten volgens de Wet.
en bij Catharina:
Ik benoem en stel tot mijnen eenige erfgenaam in al hetgeen ik voor mijn overlijden zal nalaten,
niet het minste daarvan uitgezonderd, mijnen man voornoemd Joannes Moreau onder bepaling dat al wat van mijne nalatenschap,
na het overlijden van gezegden mijnen man, zal overig zijn, zal geerfd en genoten worden door mijne naaste bloedverwanten volgens de Wet.
Voor Johannes zijn dat dus de kinderen van zijn broer Cornelis, en voor Catharina zijn dat haar zussen en haar broers.
Er worden geen namen genoemd. Er blijkt uit dat Johannes nog contact heeft met de kinderen van zijn broer. Cornelis zelf is in 1862 overleden.
Hier volgen de twee testamenten.
Testament Johannes Moreau 1870
|
Heden den 18 Augustus 1870
Kompareerde voor mij, Karel Hendrik Bode, Notaris
arrondissement Breda, Standplaats Princenhage, Provincie Noord Brabant, in tegenwoordigheid van de twee na te noemen getuigen:
Joannes Moreau, landbouwer, wonende in Vareind onder Princenhage, mij Notaris bekend.
Dewelke wenschende bij uiterste wil over zijne na te laten goederen te beschikken en mij Notaris zijnen wil zakelijk heeft opgegeven als volgt:
Ik benoem en stel tot mijnen eenige erfgename in al hetgeen ik voor mijn overlijden zal nalaten,
niets daarvan uitgezonderd, mijne huisvrouw Catharina van Donk, onder bepaling dat al wat van mijne nalatenschap,
na het overlijden van gezegden mijne huisvrouw, zal overig zijn, zal geerfd en genoten worden door mijne naaste bloedverwanten volgens de Wet.
Dit Testament, door mij Notaris geschreven zijnde, is door mij Notaris, nadat de Komparante testateur aan mij Notaris, zijnen wil
in tegenwoordigheid van de twee na te noemen getuigen, nogmaals zakelijk had opgegeven en herhaald, duidelijk aan hem voorgelezen,
en heb ik Notaris, na deze voorlezing der testateur afgevraagd of het voorgelezene zijnen wil volkomen uitdrukte,
waarop hij dit toestemmend heeft beantwoord,
|
|
hebbende gemelde voorlezing, afvraging en anwoord mede plaats gehad in
tegenwoordigheid van de twee na te noemen getuigen.
Gedaan en geparafeerd te Princenhage in tegenwoordigheid van Hendrik Grooters en Lodewijk Dirks, kledermakers,
beiden wonende te Princenhage, als getuigen
en na gedane voorlezing van het geheel is deze, nadat de Komparant Testateur had verklaard niet te kunnen schrijven noch teekenen
door de getuigen en mij Notaris onderteekend,
Geregistreerd Breda 3 November 1882 ....... (dat is na het overlijden van Joannes)
|
Testament Catharina van Donk 1870
|
Heden den 18 Augustus 1870
Kompareerde voor mij, Karel Hendrik Bode, Notaris
arrondissement Breda, Standplaats Princenhage, Provincie Noord Brabant, in tegenwoordigheid van de twee na te noemen getuigen:
Catharina van Donk, gehuwd met Joannes Moreau, landbouwer, wonende te Princenhage, mij Notaris bekend.
Dewelke wenschende bij uiterste wil over hare na te laten goederen te beschikken en mij Notaris haren wil zakelijk heeft opgegeven als volgt:
Ik benoem en stel tot mijnen eenige erfgenaam in al hetgeen ik voor mijn overlijden zal nalaten,
niet het minste daarvan uitgezonderd, mijnen man voornoemd Joannes Moreau onder bepaling dat al wat van mijne nalatenschap,
na het overlijden van gezegden mijnen man, zal overig zijn, zal geerfd en genoten worden door mijne naaste bloedverwanten volgens de Wet.
Dit Testament, door mij Notaris geschreven zijnde, is door mij Notaris, nadat de Komparante testatrice aan mij Notaris, haren wil
in tegenwoordigheid van de twee na te noemen getuigen, nogmaals zakelijk had opgegeven en herhaald, duidelijk aan haar voorgelezen,
en heb ik Notaris, na deze voorlezing der testatrice afgevraagd of het voorgelezene haren wil volkomen uitdrukte,
waarop zij dit toestemmend heeft beantwoord, hebbende gemelde .....
|
|
voorlezing, afvraging en anwoord mede plaats gehad in
tegenwoordigheid van de twee na te noemen getuigen.
Gedaan en geparafeerd te Princenhage in tegenwoordigheid van Hendrik Grooters en Lodewijk Dirks, kledermakers,
beiden wonende te Princenhage, als getuigen
en na gedane voorlezing van het geheel is deze, nadat de Testatrice had verklaard niet te kunnen schrijven noch teekenen
door de getuigen en mij Notaris ondertekend,
|
Bronnen:
Bron: Notariële archieven (Stads Archief Breda)
Soort registratie: notariële akte
(Akte)datum: 18-08-1870
Bijzonderheden:Notaris: K.H. Bode
Geregistreerde Joannes Moreau wonende te Princenhage
Diversen: Getrouwd met Catharina van Donk.
Bronvermelding
K.H. Bode, akten 1870, inventarisnummer 029, aktenummer 117
Gemeente: Princenhage
Periode: 1870
Bron: Notariële archieven (Stads Archief Breda)
Soort registratie: notariële akte
(Akte)datum: 18-08-1870
Bijzonderheden: Notaris: K.H. Bode
Geregistreerde Catharina van Donk wonende te Princenhage
Diversen: Getrouwd met Joannes Moreau.
Bronvermelding
K.H. Bode, akten 1870, inventarisnummer 029, aktenummer 118
Gemeente: Princenhage
Periode: 1870